Grenzen

Ik denk de laatste tijd vaak over grenzen. Echte en ingebeelde.

Die van mezelf. Mentaal en fysiek. Wanneer worden ze overschreden? Wanneer moet ik ze bewaken en wanneer is het tijd om wat hekwerken omver te schoppen?

Ik denk dat ik best grens bewust ben. Ik zal nooit zomaar bij iemand in de tuin binnen gaan bijvoorbeeld. Tenzij uitgenodigd.

Toen ik ging samenwonen kwam ik in de situatie dat mijn vriend en de buren het hekwerk tussen onze tuinen hadden verwijderd. Ik als nieuwe bewoner moest daar flink aan wennen… Ik zou dat nooit zelf hebben besloten.

Maar ik voelde niet dat ik meteen kon gaan aangeven dat ik het liefst een hek zou willen. Daar voelde ik een grens. Dus maakte ik er grapjes over. Dat hielp.

De buren zijn echt fijne mensen. Inmiddels is er de afspraak dat we niet voor 10 uur ’s ochtends bij elkaar in de tuin komen. Dat helpt.

Ik wil me graag veilig maar vooral ook ongezien kunnen voelen in mijn huis en tuin. Want voor mij als introverte dame is het echt noodzakelijk om af en toe alleen te kunnen zijn en dan op te laden en input te verwerken.

En ja, onder de mensen zijn vind ik ook erg oké. Met mate. Soms. Met leuke mensen 😉

Maar er komt altijd een punt dat ik weer even zonder wil.

Op de Facebook pagina van Introverts Are Awesome las ik een tijdje terug de volgende tekst:

“Alone time and recharge time are not the same thing. Alone time is to get away. Recharge time is what happens after I’m alone. Consequently, if I can only get away, I’m still not getting my recharge time. In addition, if I’m initially upset, there’s an added cool down period prior.”

Ik heb me in lange tijd niet zo begrepen gevoeld! Heerlijk.

Maar waar houdt alleen op en begint eenzaamheid? Dat is een steeds wisselende grens ben ik bang.

In 2015 schreef ik het korte verhaal ‘De Grens’ voor een wedstrijd van Schrijven Online. Het onderwerp was toen ook grenzen. In welke vorm dan ook.

Op dat moment waren er veel bootvluchtelingen in het nieuws. Maanden heeft de foto van een op een Grieks strand aangespoeld kindje op mijn netvlies gestaan. Weet je welke ik bedoel? Ik reageerde daar fysiek heel heftig op. Het zag er zo ontzettend eenzaam uit.

Dan vraag ik me af: Waarom is er sowieso sprake van vluchtelingen? Zijn grenzen niet gewoon lijnen op de grond waar we met zijn allen makkelijk over heen zouden moeten kunnen stappen? En zou het wenselijk zijn als er helemaal geen grenzen meer zijn?

Het is te groot om te kunnen bevatten.

Voor de wedstrijd wilde ik perse 1 van de vluchtelingen een stem geven. Als eerbetoon. Met die foto in gedachten. Het resultaat is het onderstaande korte verhaal. Helaas nog steeds actueel.

De Grens

Aangespoeld. Van alle locaties om te sterven die ik me ooit heb voorgesteld is dit de meest onwaarschijnlijke. Een strand. Met toeristen. Half naakte toeristen. Mijn moeder zou een hartstilstand krijgen als ze nog leefde. Er verschijnen gezichten in mijn blikveld. Ik kijk recht tegen een stel borsten in bikini aan. De huid ziet er glanzend en zacht uit. Net als op tv. Mijn ogen neerslaan lukt niet, dus vraag ik om vergeving. Mijn lichaam voelt zwaar. Het zand onder me vormt zich als een mal om mij heen. Zuigt. Ik zie woorden bewegen zonder geluid. Zelfs als ik de taal zou begrijpen zou ik niet antwoorden. Ik ruik zonnebrandolie vermengt met zout en aangebrand eten. En nog iets anders. Een vrouwengezicht komt in beeld. Haar huid is gerimpeld en bruin. Ze gebaart naar de anderen voordat ze haar mond op de mijne drukt en blaast. Ik wil haar gerust stellen, dat ze haar adem niet met mij hoeft te delen.

Twee dagen geleden zat ik op een boot. Officieel vluchteling. Zoals op het nieuws. We waren ingesteld op ongemak en avontuur. Om ons heen mensen die al langer onderweg waren. De zure stank van lichamen in stress en honger volgde hen met elke beweging. Ze deden me aan wilde dieren denken. Kraaien. Vooral de kinderen. Ik duwde ze weg als ze te dicht bij kwamen. Mijn moeder had een boek bij zich. Mijn zusje wilde daar voortdurend uit worden voorgelezen. Dan sloot ze haar ogen, duwde haar gezicht onder de arm van onze moeder en verdween. Het hout van de boot was warm en ruw. Splinters duwden zich in mijn palmen elke keer als ik mij vastgreep aan de rand. Het eten was op maar we hadden water voor ons drieën. Oom Amir had me op het hart gedrukt dat met niemand anders te delen. Hij had me ook laten beloven niemand te vertellen over mijn broer. Over de bom die hij had gedragen toen hij de nacht inliep. Ik heb het beloofd.

De tweede nacht sloeg iedereen overboord. De armen van mijn moeder bereikten me niet toen ik de golven in ging.

De geur van dat andere is krachtiger nu. En verandert. Doet me denken aan kardemom en peper. Scherp. Ook aan jasmijn. Aan de andere nachtbloeiers uit de tuin die we achterlieten. Een geur die zo groot en wild is dat hij tot leven komt. Met tanden, klauwen en een vacht. Hij springt op mijn borst en snuift aan mijn gezicht. Dan ademt hij in. Ik lach.

6 gedachten over “Grenzen

  1. Wij leggen onszelf grenzen op, ter bescherming……………………
    Helaas is je verhaal van het jongetje nog steeds actueel.
    Twee mooie verhalen, dank je.
    Annemarie

    Like

  2. Wij leggen onszelf grenzen op, ter bescherming…………
    Helaas is het verhaal van het jongetje nog steeds actueel.
    Een observatie waar ik me helemaal in kan vinden en een prachtig verhaal, dank je wel.
    Annemarie

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie