Bijensteek

Ik heb een nieuw hoofdkussen nodig. De huidige is wat ingezakt en het latex is niet meer zo ‘bouncy as before’. Dus. Online kijken naar vervanging. Maar het duizelt me. Ik zoek een beddenspeciaalzaak in de buurt in de hoop er toch even op proef te kunnen liggen voordat ik hem aanschaf. Met ‘money to burn’ ga ik op pad. Ik keten mijn fiets aan een boom voor het pand en open de deur. Er liggen al twee mensen in bed. Als in: in-bed-in-de-etalage… De verkoper staat aan het voeteneind en gebaart heftig met zijn handen terwijl hij de voordelen van het matras benoemd. Ik knik en zeg “hallo” maar hij hoort me niet. De liggende mensen knikken me vriendelijk toe en draaien zich op hun andere zij om te testen hoe dat voelt. De verkoper zegt nog steeds niets, zo gaat hij op in zijn verhaal. Ik loop een rondje in de zaak. Die is klein. Je kan elkaar bijna in elke hoek aanraken. Het benauwd. De kussens waar ik voor kom zijn opgestapeld in een rek tegen de muur. Ik moet langs de verkoper om er bij te kunnen maar hij heeft nog steeds niets gezegd of tegen me geknikt. Ik word langzaam heel boos. Ik voel het. Als bijen die rondzoemen in mijn maag en prikjes geven omdat ze er uit willen. De prikjes worden steken. Ik begeef mij naar de deur en mijn hand ligt al op de klink als de verkoper tegen mijn rug zegt: “Mevrouw, heeft u een korte of lange vraag?” Zijn toon is verbaast. Alsof hij me nu pas ziet. “Dat doet er niet toe want ik ga weer.” Mijn stem is bits. “Oh…” hoor ik. De klanten hebben zich weer omgedraaid in bed. “Ja, uh, ze was er al een tijdje en je zei maar niets. Volgens mij is ze boos op je,” zegt een van de klanten. De deur valt dicht.

Ik ga op familie bezoek. Met de trein reis ik naar Almere. Tijdens mijn overstap op Utrecht Centraal wacht ik netjes tot de mensen de trein verlaten hebben voordat ik in ga stappen. Achter mij voel ik de aanwezigheid van iemand die bijna tegen me aan komt staan en me voortduwt. De bijen in mijn buik beginnen weer te zwermen. Ik maak me breder. Ik doe een stapje opzij zodat NIEMAND er langs kan voor mij. Toch gebeurd dat. Terwijl er nog mensen uit de trein stromen gaat de vrouw die achter me stond al naar binnen. Ik zie haar grijze krulletjes haar en hoe ze naar een klapstoeltje stormt. De bijen maken nu een tsss, tsss geluid. Ik besluit dat het tijd is om het recht te laten zegevieren. Maar met humor. Nooit met botte bijl. Dus bedenk ik wat ik kan doen. Als iedereen eindelijk uit de trein is gestroomd zie ik mijn kans schoon. Ik ga voor de vrouw op haar klapstoeltje staan en zeg vriendelijk: “Zo hee, u moest zeker heel erg plassen dat u net zo voordrong!” De vrouw kijkt naar me op. In haar gezicht registreer ik onbegrip.“Nee hoor, ik moest niet plassen,” zegt ze. Ik registreer nog meer, namelijk dat ze niet helemaal goed is. Simpel. Waarschijnlijk. “Nou, het was niet echt prettig dat u voordrong,” hoor ik mij zelf zeggen. Het klinkt verongelijkt. “Nee hoor, ik moest echt niet plassen,” zegt ze nog een keer. Ik draai mij om en schaam mij diep.

De bijen zijn in slaap gevallen. Maar voor hoe lang?

Een gedachte over “Bijensteek

Plaats een reactie